Voor alle duidelijkheid
9 maart 2018 - Onder de dubbele streep vindt u een van de teksten die ik heb gepubliceerd in de periode 1999-2000, op een niet meer bestaande website. De bedoeling was dat de teksten de aanzet zouden vormen tot de oprichting van een politieke partij met de naam ‘Constructief Nederland’. Dit initiatief faalde, maar ik heb er veel van geleerd. In de jaren erna ben ik meer te weten gekomen over politiek, de media en de godsdiensten. Daardoor ben ik over een aantal onderwerpen van mening veranderd. Ik denk nu dus anders over een aantal belangrijke zaken dan in de tijd waarin ik het onderstaande schreef. Hebt u interesse in mijn tegenwoordige standpunten? Leest u dan s.v.p. ‘Britain faces the threat of Anglocide’ en de andere teksten op ibcpp.org.uk. Ik heb helaas geen Nederlandse vertalingen voor u.

============================================================


Voor de welkomstpagina van Constructief Nederland i.o. zie cn
N.B. Als u nu op uw werk bent, druk de onderstaande tekst dan niet af buiten het medeweten van uw werkgever.

Zullen we de stemhokjes maar sluiten?

Op de website van de AVRO vond een discussie plaats over de volgende stelling: De toekomst van de democratie; laten we de stemhokjes maar sluiten! Naar aanleiding daarvan heb ik dit artikel geschreven, dat ik tevens als e-mail naar de AVRO-site heb gestuurd.

De politieke partijen zoals we die nu kennen zijn een overblijfsel van de tijd waarin Nederland in maatschappelijke zin opgedeeld was in een aantal levensbeschouwelijke zuilen. De verschillende bevolkingsgroepen hadden op basis van hun godsdienstige of filosofische overtuiging een eigen visie op de problemen van land en burger, en stelden vanuit die visie overeenkomstige oplossingen voor. In het naoorlogse Nederland waren mensen als Drees, Romme en Oud de politieke aanvoerders van deze zuilen. Hoezeer hun onderlinge overtuigingen ook verschilden, toch waren zij het over een aantal hoofdkenmerken eens, wellicht zonder zich daarvan bewust te zijn geweest. Deze hoofdkenmerken waren onder meer: een gevoel van betrokkenheid bij het wel en wee van hun respectievelijke kiezers, een permanent besef dat het landsbelang zwaarder moet wegen dan partijpolitiek belang, een niet-dictatoriale strengheid inzake onderwerpen als gezag, orde en rechtshandhaving, de oprechte intentie om naar de geest van democratische spelregels te handelen en de vanzelfsprekende aanvaarding van constructieve normen en waarden die het individu tegen zelfbeschadiging beschermden. Zo vond de anti-alcoholisme-beweging zijn energieke aanhangers zowel in christelijke als in socialistische kringen. (Vindt u de bovenstaande voorstelling van zaken wat al te rooskleurig, dan verneem ik graag uw tegenwerpingen.)

Toen kwam de hippie-revolutie van 1968 met voorvechters als Cohn-Bendit, Marcuse en Leary.

Zij propageerden de fictie van de mens die als een redelijk en goedwillend wezen de baarmoeder verliet, en wiens 'ontplooiing' niet mocht worden ingeperkt door ouderwetse leefvoorschriften. Hun argumenten waren altijd op twee uitgangspunten terug te voeren: ten eerste had de mens die leefregels helemaal niet nodig, van nature was hij immers van goede wil, en ten tweede waren die leefregels sowieso niet meer dan de schijnheilige catechismus van een establishment dat de onmondige burgers hooguit een rol gunde als slaafse arbeiders, gulzige consumenten en gehoorzame soldaten.

Dit gedachtengoed heeft de intelligentsia voor zich kunnen winnen en zo begon de opmars der progressieven in de wereld van de politiek, de media, delen van de geestelijkeid, de gedragswetenschappen en talrijke belangengroeperingen. Op dat moment ontstonden in de zuilen de haarscheuren die later tot de gapende kloof tussen burgerij en politiek zouden uitdijen. In feite zijn de meervoudige verticale schotten tussen de oude zuilen in de loop van dertig jaar veranderd in een enkelvoudige horizontale afscheiding tussen het zelfbenoemde 'weldenkende deel van de natie' en de rest, die in numerieke zin de overgrote meerderheid van de bevolking vormt, maar die niet beluisterd wordt waar zij niet georganiseerd is in assertieve belangengroepen. Een land van vijf zuilen werd zo een land van twee lagen.

Deze lagen kennen elkaar nauwelijks. De heersende laag is in de ban van het politiek-correcte denken, de onderlaag volgt een diffuse mix van dit pc-denken, een rudimentair overblijfsel van de klassieke leefregels en een stelsel van TV-gestuurde sentimenten pro AzG, Greenpeace, KFOR e.d.. Deze onderlaag vindt bij de heersende laag weinig gehoor voor zijn verontrusting en/of verontwaardiging over zaken als no-go-areas, vrijgelaten kindermoordenaars, PKK-terroristen die na de bezetting van de Griekse ambassade het schaamteloze lef hebben om asiel aan te vragen, onbestrafte misdaad, de sorry-democratie, luxueuze politiecellen versus de schrijnende misstanden in de verpleeghuizen, het 'tijdelijke' kwartje van Kok, de met de mantel der liefde bedekte weggegooide ontwikkelingsmiljarden, zakkenvullende oud-hoofdcommissarissen, de zeven miljard per jaar kostende asielindustrie, een parlementaire-enquêtecommissie die eerst rondbazuint dat de Bijlmer-Boeing wèl gevaarlijke lading aan boord had, maar dat later weer ontkent, zodat de met hun gezondheid tobbende slachtoffers, aanvankelijk blij met de erkenning, dubbel zo hard in de kou worden gezet, het voetbalvandalisme, pro-Milosevic-demonstranten die straffeloos op de Dam een pro-Kosovo-manifestatie kunnen verstoren, Molukse en Koerdische heethoofden die straffeloos voor tonnen schade kunnen aanrichten, de tweehonderdmiljoen gulden die door 26 gemeenten werden besteed om de overlast door junks te beperken zonder noemenswaardig effect, leerboeken over geneeskunde waarin kwakzalverij gelijk wordt gesteld met serieuze medische behandelingen, rekeningrijden waar 78% van de bevolking tegen is, enfin, ik doe nu maar even een greep.

Het is ronduit verbijsterend om te zien hoe in zo'n klein land als Nederland twee zulke totaal verschillende werelden langs elkaar heen kunnen leven. En dàt nog wel in een era die men het informatietijdperk noemt… Die psychologische afstand blijkt bijvoorbeeld uit de kille en arrogante teneur van het artikel 'Wie is er bang voor Big Brother' in het eliteweekblad HP/De Tijd (5 november), waarin Karin & Co. worden geobserveerd alsof zij dieren zijn.

Het lijkt mij noodzakelijk dat de hiervoor beschreven tweedeling politieke consequenties krijgt en snel ook. Alle oude partijen hebben zich in de afgelopen dertig jaar geconformeerd aan de ideologie van 1968 en het daaropvolgende postmoderne cynisme. De progressieven beloofden ooit de verbeelding aan de macht te zullen brengen, maar al wat de troon beklom, bleek uiteindelijk niet meer dan karakterloosheid. GroenLinks loves NATO, de PvdA omhelsde het kapitalisme, eufemistisch aangeduid als 'de markt', D66 versmolt met het bestel dat het ooit wilde opblazen, het CDA heeft flink gezondigd en op de VVD prijkt na het vertrek van de heer Bolkestein het stempel van de linksige liberalen.

Nooit hebben deze partijen vóór verkiezingen de kiezers duidelijk voorgelicht over ingrijpende nationale koerswijzigingen en de noodzaak daarvan. En dat wat deze partijen ooit scheidde, vervaagde, vandaar dat ze nu zo'n beetje in alle mogelijke combinaties met elkaar zouden kunnen regeren, het doet gewoonweg potsierlijk aan. Nooit trokken zij uit de ontzuiling de voor de hand liggende conclusie zichzelf op te heffen. Daardoor laadden zij de verdenking op zich tevreden te zijn met hun functioneren als baantjesmachines.

Al deze partijen zijn in min of meerdere mate medeverantwoordelijk voor de teloorgang van de invloed van het parlement ten faveure van belangengroepen en Brussel, hoezeer zij ook in verkiezingstijd de mensen iets anders voorspiegelen. Al deze partijen zijn in min of meerdere mate medeverantwoordelijk voor het onbespreekbaar maken van bepaalde nationale problemen. Volgens Elsevier instrueerde premier Kok in 1998 zijn coalitiegenoten dat noch de immigratieproblematiek noch het Schipholbeleid verkiezingsonderwerp mochten zijn - en inderdaad, deze thema's speelden geen rol tijdens de Tweede-Kamerverkiezingen van dat jaar. De regeringspartijen hebben zich dus laten instrueren. Hoezo, vrije democraten? Door dit gebrek aan democratisch fatsoen hebben de oude partijen zelf hun bestaansrecht uitgehold. Geen wonder dat de kiezers in steeds geringere aantallen komen opdagen - de mensen voelen intuïtief aan dat de machthebbers zich verbonden voelen met elkaar, niet met de bevolking.

Maar is daardoor nu het instituut politieke partij in diskrediet geraakt? Mijns inziens niet. Het instituut heeft niet gefaald. Er heeft hooguit een generatie bestuurders gefaald. Zo zachtjes aan geven sommigen van hen dat ook toe. Inzake de verweking van de politie heeft minister Peper publiekelijk erkend 'dat we te zacht zijn geweest'. Buitenhof-presentator de heer Trip vroeg op zo'n toon van we-kunnen-het-best-toegeven aan justitieminister Korthals 'of we niet te laks zijn geweest' inzake de bestraffing van kindermoordenaars. Met 'we' kan hier overigens alleen 'wij machthebbers' zijn bedoeld. Wij machtelóze Nederlanders weten namelijk al heel lang dat de overheid te zacht en te laks is op een aantal terreinen.

Gezien het falen van de oude partijen lijkt mij de komst geboden van een nieuwe partij die 1) het politiek-correcte denken ter discussie durft te stellen, want ik kan maar niet geloven dat de intellectuele pelgrimstocht der mensheid onvermijdelijkerwijs móest eindigen bij de inzichten van - wie zal ik 'ns noemen - de heer Dittrich, 2) een nieuwe partij die zaken als moraal, nuchterheid en weerbaarheid op de agenda gaat zetten, omdat veel mensen nu stuurloos ronddobberen, 3) een nieuwe partij die het taboe op krachtig staatsingrijpen gaat doorbreken, omdat Nederland te kampen heeft met problemen die alleen nog door een harde en heldere aanpak te verhelpen zijn, het moet afgelopen zijn met de lankmoedigheid jegens hen die hun medemensen willens en wetens ernstige schade berokkenen, 4) een nieuwe partij die vooruitstrevend is in haar voorstellen om het bestuur en de bevolking met elkaar te vervlechten en 5) een partij die, samenvattend, zorgt dat er ècht iets te kiezen is in Nederland.

Bijkomstig voordeel van zo'n partij zou zijn dat ze onze democratie de verlevendiging kan bezorgen waar ze bepaald om zit te springen. Zelf dacht ik aan een partij genaamd Constructief Nederland met als motto Voor het Nederland van onze kinderen, en die partij zal moeten worden vormgegeven door mensen die de potentie hebben om dingen gedaan te krijgen, door mensen die mogelijk groot maatschappelijk aanzien genieten, maar die zich op een dag voor de badkamerspiegel afvragen in wat voor sóórt maatschappij zij dat aanzien nu feitelijk genieten, door mensen die niet bang zijn voor de karrevrachten ellende die het eenmaal opgerichte Constructief Nederland te wachten staan. Eén troost: de machthebbers zullen ons bestrijden, maar de machtelozen zullen ons omarmen, of op zijn minst onze alternatieven de moeite van het overdenken waard vinden.

De voorstanders van het sluiten der stemhokjes moeten dan maar een Weg-Met-De-Stemhokjes-Partij oprichten, want in een parlementaire democratie behoort men ook over de àfschaffing van die parlementaire democratie in het parlement te beslissen. Ik zou tegen stemmen.

Richard Schoot, 11 november 1999



Heb ik uw belangstelling gewekt?
Lees dan 'Een pamflet op internet',
cn-pamflet

'n Vriendelijk verzoek: Als u achter Constructief Nederland i.o. staat, geef het internet-adres www.cstndl.com dan door aan zoveel mogelijk mensen, dus ook aan mensen die zelf geen internet hebben. Allicht dat ze iemand kennen die wel toegang tot het Web heeft.

De internet-pagina Maakt u zich ook zorgen over… ? is speciaal voor verspreiding bedoeld.
Zie cn-maaktuz

Op de internet-pagina Doorgeefbriefjes vindt u kattebelletjes met het internet-adres om uit te delen.
Zie cn-doorgee

Denk niet bij uzelf: 'Ach, dat Constructief Nederland, je hoort er nooit wat van, dat wordt toch niks.' Als u en ik gewoon doorgaan met het verspreiden van het internet-adres en de teksten, dan wordt de kans steeds groter dat dit initiatief landelijk bekend wordt. Tot die tijd moeten we geduldig volharden, zoals wielrenners en marathonlopers. Bij voorbaat bedankt voor uw moeite.