Voor alle duidelijkheid
9 maart 2018 - Onder de dubbele streep vindt u een van de teksten die ik heb gepubliceerd in de periode 1999-2000, op een niet meer bestaande website. De bedoeling was dat de teksten de aanzet zouden vormen tot de oprichting van een politieke partij met de naam ‘Constructief Nederland’. Dit initiatief faalde, maar ik heb er veel van geleerd. In de jaren erna ben ik meer te weten gekomen over politiek, de media en de godsdiensten. Daardoor ben ik over een aantal onderwerpen van mening veranderd. Ik denk nu dus anders over een aantal belangrijke zaken dan in de tijd waarin ik het onderstaande schreef. Hebt u interesse in mijn tegenwoordige standpunten? Leest u dan s.v.p. ‘Britain faces the threat of Anglocide’ en de andere teksten op ibcpp.org.uk. Ik heb helaas geen Nederlandse vertalingen voor u.

============================================================


Samenvatting van 'Een pamflet op internet' Bedankt voor uw belangstelling.
N.B.: Als u nu op uw werk bent, druk deze tekst dan niet af buiten het medeweten van uw werkgever.
Voor de welkomstpagina zie
cn. Voor de volledige tekst zie cn-pamflet.

Nederland gaat zo nog naar de verdommenis. Tenzij…

Hoe verschillend wij Nederlanders ook zijn, voor de meesten van ons geldt wel dat we iets goeds van ons leven proberen te maken. En toch gaat het slecht met Nederland.

Nederland is een land waar bioscoop, televisie en videotheken een ongelofelijke hoeveelheid pulp, geweld en verregaande smakeloosheden over de mensen uitstorten. En het vermaak wordt steeds grover, steeds obscener. Dertig jaar geleden zaten we op het puntje van onze stoel voor 'Bonanza' en 'Floris'. Nu heeft de Nederlandse TV al eens op de vroege avond de praktijk van het fistfucken getoond. Een Nederlands museum heeft het land al eens volgehangen met fotoposters van plassex. Dat noem ik psychisch vandalisme.

Nederland is een plek waar alles lijkt te draaien om geld en materiële bezittingen. Iedereen wil geld van iedereen, de schrijver van dit pamflet is daar ook niet vrij van. En u? Doet u ook mee aan de gekte rond bijvoorbeeld merkkleding? Het huis met de idioot hoge hypotheek? De drie vakanties per jaar? Dat kan in veel gezinnen alleen als zowel de man als vrouw gaan werken – zodat de kinderen moeten inleveren op aandacht en liefde van hun ouders. Of de mensen branden zichzelf op door overwerk. Of men gaat schulden aan.

Nederland is een land dat veel te lijden heeft van misdaad. Mensen worden om niks vermoord. De daders worden steeds jonger, terwijl de aard van de misdrijven verhardt. De pakkans, ooit 90%, is in de afgelopen decennia gedaald naar 14%. Pubers voelen zich genoodzaakt om gewapend naar de school en de disco te gaan. We maken zelfs mee dat de politie bang is. Nederland is drugsland nr. 1 in Europa.

Nederland is een land waarvan het bestuurlijke systeem een ernstige crisis doormaakt:
1. Grote voorzienbare problemen worden als hete kolen vooruitgeschoven.
2. Grote ònvoorziene problemen worden bijna paniekerig opgelost.
3. Het Binnenhof heeft verder de eigenaardigste denkbeelden over de eisen die je aan een nieuwe minister moet stellen. Vakinhoudelijke kennis lijkt eerder een hindernis dan een pré te zijn.
4. De grootste gebeurtenissen ziet de Tweede Kamer gewoon over het hoofd.
5. We hebben ook een rijksoverheid die er werkelijk geen idee van heeft waar en hoe ze met de bevolking in dialoog moet gaan, als ze dat al zouden willen. Daar zijn ze veel te introvert voor.
6. Behalve in verkiezingstijd.

De oorlog tegen Servië heeft bij mijn beweringen de illustraties geleverd.

Het gaat slecht met Nederland. Denk o.a. aan de laffe bezuinigingen op bejaarden, zieken, weduwen en wezen. De toenemende onbeschoftheid in het verkeer. De toenemende agressie tegen leraren, keuringsartsen, huisartsen, stewardessen, conducteurs, baliemedewerkers en GGD-personeel. De toenemende echtscheidingen. De toenemende minachting voor de consument.

De negatieve zaken die ik hiervoor heb opgesomd, hebben twee belangrijke kenmerken gemeenschappelijk. Ten eerste geldt voor elke genoemde misstand dat het van kwaad tot erger wordt. Ten tweede lijken deze misstanden elkaar in negatieve zin te versterken.

De gedragingen van anderen beïnvloeden ons eigen gedrag. De mens is namelijk niet alleen individu, hij of zij is ook een groepsdier. Ik geloof dat als de leidinggevenden en de media in een land het verkeerde voorbeeld geven, de bevolking daardoor in negatieve zin wordt beïnvloed. Laten we eerlijk zijn, we zijn gauw geneigd om de eigen misstappen te bagatelliseren of te rechtvaardigen door naar ‘ergere’ voorbeelden te wijzen.

Al onze gedragingen en uitlatingen, de manier waarop we met elkaar omgaan, de manier waarop we mèt en óver elkaar praten, alles wat we doen en alles wat we nalaten, dat alles bepaalt het mentale klimaat in ons land. Ons innerlijk heeft zijn weerslag op onze handelingen. Maar ik geloof dat het omgekeerde ook waar is. Ik denk ook dat onze handelingen ons innerlijk beïnvloeden. Elke negatieve actie die we uitvoeren, verlaagt de drempel in onszelf om diezelfde negatieve actie te herhalen. En elke negatieve actie die we uitvoeren, verlaagt ook de drempel in onszelf om een negatieve actie op een ander terrein uit te voeren.

Hoe ziet het toekomstige Nederland eruit, als we zo doorgaan? Wordt Nederland een land waarin de mensen elkaar op straat en in de tram amper meer durven aan te kijken, uit vrees voor agressie? Waarin niemand elkaar meer kan vertrouwen? Waarin de ene helft van de mensen de andere helft op monitoren bespiedt? Is de voormalige wereldmogendheid Nederland eigenlijk nog wel een soevereine staat?

Als socialisten ons uitverkopen aan het mega-kapitalisme, als liberalen onze nationale vrijheid van handelen verspelen, als christen-democraten hun hele bijbel verloochenen door alles wat God verboden heeft toe te staan in Nederland, dan is dat voor mij ‘de verdommenis’. We zijn hard, hard op weg naar een onmenselijke samenleving. Wat ik daar onder versta? Dat is voor mij een samenleving waarin scheidende vrouwen de vader van hun kinderen ten onrechte van incest beschuldigen. Dat is een samenleving waarin heel serieus Amerikaanse boeken worden gepromoot die stellen dat het niet uitmaakt of kinderen nu door hun ouders of door de buurvrouw worden opgevoed. et andere woorden, we zijn in dit land al zover dat de sterkste band uit de natuur, die tussen moeder en kind, ter discussie wordt gesteld.

Wie zijn hier nu verantwoordelijk voor? Wijzelf, want uiteindelijk worden we geregeerd door personen die we zelf hebben gekozen. Maar dat neemt niet weg dat zij die het land regeren, 100% verantwoordelijk zijn voor hun wanbeleid. Onze bestuurders zijn intelligente mensen. Het zijn doorgaans ook hardwerkende mensen, dat onderschat ik niet en daarvoor verdienen ze ook ons respect. Toch is er nu een generatie bestuurders aan de macht die dit land grote schade toebrengt. Ten eerste denken ze alles beter te weten. Ze houden zich dus doof en blind voor alle signalen die de gewone Nederlanders in hun onbevangenheid en argeloosheid afgeven. Ten tweede is hun doen en laten gebaseerd op het rampzalige gedachtengoed van de jaren zestig. 'Moet kunnen', weet je wel? Maar na dertig jaar maken we de balans op en zien we de extreme resultaten:

De heersende laag is extreem tolerant inzake de misdaad. Extreem verdraagzaam tegenover drugsverslaafden. Extreem onverschillig tegenover omroepen en uitgeverijen die onverantwoordelijk omgaan met de grote invloed die ze hebben op de geestelijke volksgezondheid. De heersende laag is extreem huiverig voor bestuurlijke vernieuwing. Extreem angstig voor heldere en krachtige besluiten. Extreem weigerachtig om verschil te maken tussen de belangen van Nederlanders en van buitenlanders. Extreem beducht voor dwangmaatregelen om beroepsluilakken aan het werk te zetten. De heersende laag staat extreem wantrouwend tegenover gezond verstand. Is extreem angstig dat derde-wereldlanden haar betuttelend en neokoloniaal zouden kunnen noemen. De heersende laag besteedt extreem veel aandacht aan ‘zachte’ waarden. Politieagenten werden halve welzijnswerkers, het leger werd een ‘vredesmacht’, mannen moeten ‘zorgtaken’ op zich nemen.

Bestaat er een logische samenhang bestaan tussen de hiervoor genoemde punten? En zo ja, wat is die samenhang dan? De tegenwoordige generatie progressieve bestuurders is niet alleen beïnvloed door de vroegere uitwassen van kerk en kapitaal, er is veel meer aan de hand. In 1993 hoorde ik de schrijver Willem Frederik Hermans op TV zeggen: 'De bezetting heeft heel diep ingegrepen in Nederland hoor, dat moet u niet onderschatten.’ Volgens mij ligt dáár de logische samenhang. Alle extremen van de nazi-bezetting zijn langzaam maar zeker, van de weeromstuit, overgegaan in de tegenovergestelde extremen van nu.

Toen: de verschrikkingen van de holocaust, die de nazi’s het joodse volk hebben aangedaan. Nu: de krampachtige omzichtigheid jegens Israël, hoewel dat land het af en toe best bont maakt, denk maar aan de Israëlische weigerachtigheid om meteen voluit mee te werken aan het onderzoek naar de Bijlmer-ramp.

Toen: de automatische verheerlijking van alles wat blank was. Nu: de automatische vergoeilijking en verwennerij van alles wat niet blank is.

Toen: de meedogenloze aanpak van de misdaad door middel van de doodstraf en de concentratiekampen. Nu: de veel te softe aanpak met veel begrip, begeleiding, ‘afspraken’ zonder harde sancties enz.

Toen: de strenge overheidscensuur op kranten, radio, bioscoopfilms, boeken, kunstuitingen enz. Nu: de volstrekt onbegrensde vrijheden voor de media en de kunstenaars om de bevolking voor te schotelen wat hen maar goeddunkt, en erg verheffend is dat niet altijd.

Toen: de barse commando-hiërarchie van de Führer-staat. Nu: het eindeloze en onproductieve vergaderen ‘om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen’. De onmogelijkheid om eenvoudig vast te stellen wie waar verantwoordelijk voor is.

Toen: het dwepen met het gesundes Volksempfinden, vrij vertaald: het gezonde volksoordeel. Nu: de verdachtmaking van gezond verstand.

Toen: de overdreven verheerlijking van mannelijkheid en weerbaarheid. Nu: de overdreven laatdunkendheid waarmee over mannelijkheid en weerbaarheid wordt gesproken.

Begrijp me goed, ik stel deze uitersten beslist niet op hetzelfde morele niveau. Natuurlijk is het uiterste van nu een begrijpelijke reactie. Maar ze begint te ontaarden in een overtrokken, in een overdreven reactie. De bezetting heeft ons land ongelofelijk veel pijn gedaan, je zou bijna kunnen zeggen dat Nederland door de nazi’s en de Japanners is verkracht. Maar in onze omhelzing van het tegenovergestelde uiterste, de overtolerante en de verweekte samenleving, beginnen we helemaal vast te lopen. De opvoeding en de karaktervorming van de jeugd loopt vast. De misdaad krijgt de overhand. De besluitvorming omtrent de grote landelijke problemen loopt vast, neem alleen maar het fileprobleem. Het migratiebeleid loopt vast.

Nergens zijn de lange schaduwen die de nazi-bezetting nog altijd over ons land laat vallen, beter zichtbaar dan bij dit onderwerp. Op het migratiebeleid rust een zo groot taboe, dat ik het hiernavolgende bijna blozend van schaamte heb geschreven. Maar het moet gezegd worden.

In de jaren zestig liet mijn overheid de gastarbeiders komen, vooral uit de mediterrane landen. Iedere Nederlandse arbeider die dit bewust heeft meegemaakt, herinnert zich dat dit geschiedde onder het motto: ‘Zij komen hier tijdelijk’. Maar in 1975 besloot het kabinet-Den Uyl dat deze gastarbeiders hun gezinnen konden laten overkomen, terwijl Nederland een economische crisis beleefde. Daarna liet mijn overheid de Surinamers komen, de Kaapverdianen, Colombianen, Antillianen, Tamils, Koerden, Ghanezen, Viëtnamezen, Irakezen, noem maar op. Mijn overheid laat de asielzoekers per tienduizenden komen, Nederland is Europees recordhouder.

En wat is nu het resultaat van dit migratiebeleid van mijn overheid? Dat Nederland een overvol land is geworden waar de oorspronkelijke Nederlanders uit de straten verhuizen waar ze dertig, veertig jaar hebben gewoond en koffie met de buurvouw hebben gedronken, omdat ze weggeïntimideerd worden of omdat ze zich simpelweg niet meer thuis voelen in hun eigen buurt. Een land waarin de buitenlanders en hun kroost een onevenredig hoog aandeel in de werkeloosheid en in de misdaad hebben. En een onevenredig hoog beslag op de gezondheidszorg leggen. Dit zijn allemaal feiten die de heersende laag jarenlang heeft verdoezeld of ontkend, maar die onweerlegbaar zijn. Wat een visie! Wat een verrijking! Wat een paradijs!

Zou ik, als werkende en belastingbetalende Nederlander zonder strafblad, heel misschien tegen mijn overheid mogen zeggen dat ik dit allemaal niet zo prettig vind? Haat ik buitenlanders? Ik vind dat een beledigende vraag, maar goed, ik zal erop antwoorden. Nee, ik haat geen buitenlanders. (Ook geen Duitsers trouwens.) Ik haat niemand. Maar de Nederlandse regering moet veel meer opkomen voor de belangen van de Nederlanders, daar is niets verdachts aan. Natuurlijk moeten we van de geschiedenis leren, maar we moeten ons niet door die geschiedenis laten gijzelen. De regering heeft de plicht om onze nationale toekomst veilig te stellen.

Het taboe op dit onderwerp is mede het werk van de media. De publiciteit waarmee de zogenaamde multiculturele samenleving in dit land is geïntroduceerd, was en is overweldigend. Een man als Janmaat is tijdens dit proces tot poeder vermalen. Begrijp me goed, ik ken hem niet en ik wil hem ook niet kennen, ik zou nooit met hem of de zijnen in één partij gaan zitten, hij heeft zich met nazi’s afgegeven, zijn financiële handel en wandel als kamerlid was omstreden, ik weet het allemaal, maar de wijze waarop hij is aangepakt, tart elk gevoel voor verhoudingen.

De politici en de media gebruiken al jarenlang dezelfde slagzinnen om ons de multiculturele samenleving op te dringen. Ik noem er een paar: Racisme! Discriminatie! Vreemdelingenhaat! Nederland heeft een historische traditie van gastvrijheid jegens groepen buitenlanders! Denk aan de Portugese joden! De Franse Hugenoten! We hebben ze zelf hier naartoe gehaald!

Maar met ‘we’ kunnen dan toch hooguit alleen de werkgevers, de vakbonden en de regering worden bedoeld. Ons, het Nederlandse volk, is niets gevraagd. Nog nooit is in verkiezingstijd de vraag ‘ja of nee tegen een multiculturele samenleving’ als principiële keus, met een gedegen voorlichting over mogelijke plus- en minpunten, aan het Nederlandse volk voorgelegd. Wilt u meer weten over de beïnvloedende werking van de media, lees dan de complete pamflettekst, cn-pamflet

De heer Van Thijn is een man die om veel redenen ons blijvende respect verdient.
Hij heeft familie verloren aan de nazi’s, hij heeft zelf een kamp overleefd, hij heeft zich in diverse openbare functies ingezet voor de publieke zaak, hij heeft hard gewerkt, onder andere als fractievoorzitter, minister, burgemeester en toen weer even als minister.
De heer Van Thijn heeft in april 1999 gesproken in het herinneringscentrum Westerbork.
Bij deze gelegenheid stond hij stil bij het maximumaantal van 5.000 Kosovo-Albanezen dat de Nederlandse regering hier wil opvangen.
Hij constateerde hoe wrang het was dat dit nu precies hetzelfde maximum was dat het vooroorlogse kabinet-Colijn hanteerde inzake de uit nazi-Duitsland vluchtende joden.
Kennelijk vindt hij dat de regering veel ruimhartiger moet zijn en tiénduizend Kosovo-Albanezen moet opnemen.
Of tienduizendèn.

Nee, meneer Van Thijn.

Met al het respect dat ik voor uw emoties heb, maar zó kunnen we niet voor altijd doorgaan met dit land.
We zijn nu op een punt aanbeland dat de overheid het belang van de Nederlandse bevolking niet langer meer mag veronachtzamen.
Heb ik nog iets te willen in dit land?
Ja, want ik ben Nederlands staatsburger.
Ik wil niet dat Nederland een soort groot-Los Angeles wordt met alle ellende vandien.
Ik wil tot in lengte van jaren koeien in weilanden zien, als ik van Den Haag naar Rotterdam fiets. Geen woonwijken.
Dat wil ik voor mezelf, voor mijn twee kinderen en voor mijn kleinkinderen.
Nederland is mijn land, het land waarin ik wil wonen, werken en leven.
Nederland is het land waarin mijn kinderen willen wonen, werken en leven.
En ooit mijn kleinkinderen.
We móeten door.
We móeten door, wij Nederlanders die in vijf dagen tijd werden overweldigd door de meest meedogenloze militaristische politiestaat uit de wereldgeschiedenis, en later door zijn onzalige bondgenoot in Azië.
We móeten door, als geslagen en vernederde mensen die na 1945 weer zijn opgekrabbeld.
Met alles wat we door bèrgen schade en bèrgen schande in die jaren hebben geleerd.
Over de wereld. Over anderen. Over buurlanden. Over onszelf.
Wat hebben we geleerd? Buren kunnen redders worden. Maar kunnen ook verraders worden. Vreemden kunnen engelen worden. Vrienden kunnen duivels worden. Helden kunnen lafaards worden. Lafaards kunnen helden worden. Mensen kunnen onmensen worden. En maar heel soms omgekeerd. Straten kunnen valkuilen worden. Boekhandels infectiehaarden. Familiebanden een Achilleshiel. Toekomstplannen belachelijk. Landschappen schuldig. Haat kan oppermachtig worden. Angst onafscheidelijk. Beschaving een luxeartikel. Apathie een reddingsboei. Opstandigheid je noodlot. Een stempel je dood.

Wie een oorlog verliest, verliest eigenwaarde, zelfrespect en de zeggenschap over zijn eigen land en zijn eigen bevolking. Wie de strijd verliest, wordt een speelbal, een marionet, een ding waarover anderen beslissen. ‘Een volk dat voor tirannen zwicht, verliest meer dan lijf en goed; daar dooft het licht.’ Dat hebben we geleerd, althans volgens mij, maar wie ben ik, ik ben van 1958, vergeleken met u heb ik helemaal niets meegemaakt, wijs me terecht waar u maar wilt, ik luister. Onderwijs me. Ik luister. Zet me voor schut, meneer Van Thijn. Ik luister. Val me aan. Ik blijf luisteren. Maar we móeten die stap uit de schaduw zetten.

In 1945 hebben de Geallieerden ons bevrijd van de nazi’s in dit land. Nu moeten we onszelf zien te bevrijden van de bezetting in ons hoofd. We moeten eerst ons hoofd vrijmaken. Dan kunnen we daarna onze handen vrijmaken. Voor een regeringsbeleid dat de natie doelbewust opbouwt in plaats van onbedoeld afbreekt.

Elk menselijk handelen van waarde kost moeite, het leven is voor niemand makkelijk. Nu bestaan er mensen die ergens moeite voor willen doen. En er bestaan mensen die nèrgens moeite voor willen doen. Ik vind dat de huidige machthebbers veel te veel aandacht – en geld – besteden aan de tweede categorie. Ten koste van de eerste categorie. Maar wat de heersende laag niet begrijpt, is dat ze op die manier roofbouw pleegt op de bereidheid van de eerste categorie om moeite te doen. Wat de heersende laag niet begrijpt, is dat ze daardoor op de lange termijn een destructief beleid voert.

Nederland gaat naar de verdommenis tenzij.

Ik citeer president J.F. Kennedy: 'Net zoals een man die zich realiseert dat zijn leven is ontspoord, alleen door een grondig zelfonderzoek zijn houvast kan herwinnen, zo kan ook een heel volk, in het besef dat er ergens iets verkeerd is gegaan, alléén met zichzelf in het reine komen door een strenge en eerlijke blik naar de kern van zijn gemeenschappelijkheid, zijn nationale bestemming.'

Wij maakten zelf dit land tot wat het nu is. We kunnen er zelf een beter land van maken. We móeten er een beter land van maken. De noodzaak ligt voor de hand. Kijk naar uw kinderen en vraag uzelf af: ‘In wat voor land wil ik dat zij opgroeien? In wat voor land kunnen zij gelukkig worden?’ Laten we proberen om alle negatieve kettingreacties om te zetten in positieve kettingreacties.

Ik wil niemands dominee zijn. Of imam, pastoor of rabbijn. Maar ik geloof dat het geen kwaad kan als we ons opnieuw lieten inspireren door de leefregels die de grote godsdiensten ons aanreiken. Door die leefregels wil de samenleving nieuwe generaties behoeden voor zelfbeschadiging, omdat zelfbeschadiging op individueel niveau uiteindelijk kan leiden tot de verzwakking van die samenleving als geheel.

Wat ik wel wil, is een politieke partij oprichten. Die nieuwe partij moet opkomen voor alle klassieke waarden die een mensenleven kunnen verrijken en die een samenleving kunnen versterken, zoals zelfdiscipline, beginselvastheid, orde, werklust en verantwoordelijkheidsgevoel. Die nieuwe partij moet ook met nieuwe ideeën komen. Een nieuwe stijl van politiek bedrijven introduceren.

Voor zo’n partij heb ik in 1995 deze naam en dit motto bedacht:

Constructief Nederland. Voor het Nederland van onze kinderen.

Hoe zou het partijprogramma eruit kunnen zien? Onder andere:

1a. Verheffing en bescherming van de moraal en de weerbaarheid van het Nederlandse volk.

Krachtige aanmoediging tot zelfregulering van omroepen, uitgeverijen, internet providers, filmdistributeurs, CD-ROM-importeurs, kunstenaars, theatergezelschappen e.d. teneinde de bevolking te vrijwaren van opgedrongen obsceniteiten en geweldsexcessen. Nederland-1 moet een staatszender waar een opbouwende invloed van uitgaat.
      Vergroting van de sociaal-economische weerbaarheid van de Nederlander door een kwalitatief uitstekend onderwijs. Invoering van kleinschaliger vormen van kennisoverdracht. Herwaardering van ambachtelijk onderwijs. Oprichting van instituten voor hoogbegaafde kinderen. Het lotingstelsel uitbannen. Langere studieduur mogelijk. Iedere jonge Nederlander financieel in staat stellen om een jaar in het buitenland te wonen en te werken.
      Vergroting van de sociaal-communicatieve weerbaarheid van de Nederlander.
      Vergroting van de militaire weerbaarheid van de Nederlander. Herinvoering van de militaire dienstplicht. Genoeg militair materieel, munitie en oefeningen. Jaarlijkse militaire parade. Daarnaast de oprichting van een geheime en permanente verzetsorganisatie. En nooit meer Srebrenica, waar het porselein van de naïeviteit uiteenspatte op de rotsen van de werkelijkheid.

1b. Herstel van het nationale zelfrespect.

Riskeert Nederland mensen en materieel in een oorlog? Dan praten we daarna ook mee over de vrede. Opbouw van een veiligheidsdienst die elk bezoekend buitenlands staatshoofd kan beschermen. Herwaardering voor de Nederlandse taal. Openbare geweldpleging door Koerden, zoals in februari? Een perfect getrainde ME erop los laten rammen! In de Nederlandse straten horen Nederlanders de baas te zijn.

2a. Een nationale herbezinning op ieders verantwoordelijkheden, rechten en plichten.

Zij die hun verantwoordelijkheden ontkennen, hun rechten misbruiken en hun plichten ontlopen, moeten tot de orde worden geroepen. Zij die hun verantwoordelijkheden aanvaarden, hun rechten eer aandoen en hun plichten vervullen, verdienen respect en beloning. De samenleving mag van de hoger geplaatsten verwachten dat ze het goede voorbeeld geven. Talent schept verplichtingen.

2b. De overheid geeft het goede voorbeeld.

De overheid moet ervoor zorgen dat haar adviesraden elkaar niet overlappen en dat deze de hoogste wetenschappelijke standaarden in acht nemen. Vervolgens moet de overheid naar die adviesraden durven luisteren en snel tot besluiten komen. En deze besluiten helder uitleggen. De overheid mag zich nooit en te nimmer in de houdgreep laten nemen door welke belangengroep dan ook.
      Het taboe op het leiderschap moet op de helling in dit vlakke land. Er bestaat zoiets als de leider die de ultieme dienaar van de samenleving is. Voor alle ambtenaren dient een persoonsgebonden taakstelling te worden opgesteld. Voor de minister en de ambtelijke top zou het nadeel van de twijfel moeten gelden. Nederland moet simpelweg door de beste talenten die hier rondlopen worden bestuurd. En de Tweede Kamer moet eens een flinke parlementaire enquête naar zichzelf houden.

3a. Verdere ontwikkeling van onze parlementaire democratie door de vervanging van benoemde bestuurslichamen door gekozen bestuurslichamen.
3b. Vergroting van de betrokkenheid van de bevolking door de introductie van een nieuwe bestuurslaag en door de verregaande toepassing van informatietechnieken.

De Nederlandse bevolking kiest uit haar midden een nieuwe bestuurslaag: de wijk- en dorpsbestuurders. Deze wijk- en dorpsbestuurders kiezen de burgemeesters en de Tweede-Kamerleden. De burgemeesters kiezen de commissarissen van de Koningin. De commissarissen van de Koningin kiezen de minister-president. De gekozen functionarissen stellen zelfstandig hun staf samen. Ze krijgen grote volmachten. Daar staat o.a. het risico van direct ontslag tegenover. Via persoonlijk contact, internet en regionale TV hebben de wijk- en dorpsbestuurders voeling met wat er leeft.

4. Betere misdaadbestrijding, rechtshandhaving en handhaving van orde en gezag.

Invoering van een nationale politie. Versterking recherche-specialismen. Krachtig optreden tegen groepen of personen die hun leefomgeving intimideren. Alles begint bij een behoorlijke opvoeding, goed onderwijs, een behoorlijke openbare moraal en bij mensen die het goede voorbeeld geven. Maar wie dan toch tot misdaad vervalt, zal gestraft moeten worden en streng ook. Tewerkstelling voor alle gestraften. Tot misdaden reken ik nadrukkelijk ook verkeersmisdaden. Ik ben tegen de doodstraf, maar ik vind dat de plegers van gruweldaden voor de rest van hun leven buiten de maatschappij moeten worden geplaatst.
      Een overtuigende rechts- en wetshandhaving begint bij een overheid die alleen wetten aanneemt waarvan de duidelijkheid, de uitvoering en de handhaving gewaarborgd is.
      De politie op straat moet weer gezag uitstralen. De openbare orde moet hoe dan ook worden hersteld. Uiteindelijk is dat ook in het belang van de daders, voor wie even nadenkt.

5. Krachtige overheidsimpulsen voor de ontwikkeling en wereldwijde vermarkting van groene technologie. Oprichting van een industriebank hiervoor.

6a. Herinvoering van grenscontrole.

6b. Een immigratiestop.

Ik vind dat mijn overheid de morele plicht heeft om immigratie tegen te gaan. Als de regering vijftig jaar geleden de emigratie van Nederlandse vakmensen mocht aanmoedigen, dan mag ze nu zeker de immigratie van werkloze buitenlanders stopzetten. Vijftig jaar geleden had Nederland negen miljoen inwoners, nu ruim vijftien miljoen.

7a. Heroverweging van ons EU-lidmaatschap.

7b. Heroverweging van ons NAVO-lidmaatschap.

Het Westen had na 1991 geen groot defensief bondgenootschap meer nodig. Om onduidelijke redenen maakt Amerika echter veel werk van de uitbreiding van de NAVO. De dienstweigeraar Clinton vergroot daardoor de argwaan van een labiele kernmogendheid, maar dat schijnt hem niet te interesseren. Verder treedt de NAVO wel op in Zuidoost-Europa, maar niet in een land als Algerije, het land waar dit decennium tienduizenden kelen zijn afgesneden. En als morele verontwaardiging selectief is, is ze gespeeld. Daarom begin ik de NAVO te wantrouwen en daarom vind ik dat wij ons NAVO-lidmaatschap moeten heroverwegen.

7c. Herbeoordeling van alle internationale verdragen.

7d. Herstructurering van ontwikkelingssamenwerking op zakelijke basis.

Opbouw van een partnerschap met vijf, zes ontwikkelingslanden. De afspraak is: 'Wij laten jullie delen in wat wij hebben, jullie laten ons delen in wat jullie hebben.' Er is niets onethisch aan ‘voor wat hoort wat’. Dit principe laat juist beide partijen in hun waarde. Dat is pas èchte ontwikkelingssamenwerking. En de invloed die we op deze manier in zo’n land verwerven, kunnen we dan ook aanwenden om iets te doen tegen kinderarbeid e.d.. Aan dit voorstel is overigens niets nieuws, al eeuwen geleden hebben de Hanzesteden elkaar op dezelfde manier tot meer welvaart gebracht.

8. Opheffing van de partij zodra deze punten geheel of grotendeels zijn verwezenlijkt.

Mijn vraag aan u is of u samen met mij Constructief Nederland wilt oprichten. U kunt ook op andere manieren helpen. Alleen al door anderen te wijzen op het bestaan van deze internet-site helpt u. U kunt ook deze tekst printen, kopiëren en verspreiden. Maar ik hoop natuurlijk op uw persoonlijke inzet. Wilt u daar meer over lezen, dan verwijs ik u graag naar de volledige tekst van mijn pamflet, cn-pamflet

Mijn postadres is: R. Schoot, Postbus [---], [---] Den Haag.
Mijn e-mail-adres is: [---]. Uiteraard zal uw reactie vertrouwelijk worden behandeld.

Verantwoording: de term 'schuldig landschap' is van Armando. Zie ook de volledige tekst.
Bedankt voor uw aandacht.

Een enkel woord tot de minder aangename lieden in ons land. De partijnaam en de slagzin zijn juridisch beschermd tegen malafide deponering. Alle mij toegezonden pakketten worden ongeopend geretourneerd. E-mail-bijlagen worden ongeopend verwijderd. Mijn vele andere voorzorgsmaatregelen laat ik maar ongenoemd. Anders krijg ik straks nog het verwijt dat ik wil provoceren…